Je kan breien vergelijken met schrijven. Een mooi handschrift krijg je namelijk ook niet zomaar. Daar zit tijd in. Voor een echt mooi resultaat is meer van belang dan alleen de kleur inkt. De pengreep, dikte van de pen, het soort punt (balpen/vulpen) en zelfs het papier maken uit voor hoe fijn en mooi je schrijft. Zo is het ook met breien.
In mijn vorige blog heb ik gedeeld dat draadspanning een van de belangrijkste factoren is voor een mooi resultaat. Maar hoe zorg je nou voor goede draadspanning en wat zijn tips voor een zo gelijkmatig mogelijk breiwerk? In deze blog deel ik 5 tips om je draadspanning on point te krijgen. En 2 extra tips voor jouw mooiste breiresultaat.
1. Probeer en leer - Engels of continentaal?
Breien kan op verschillende manieren; je kan de draad rechts vasthouden (Engels breien) of juist links (continentaal breien), de draad met je hele hand omslaan (throwing the yarn) of met alleen je vinger (flicking the yarn). Een andere bekende manier is de draad ‘ophalen’ met de naald (picking the yarn). Bij alle methoden zie je dat breisters kiezen om de draad ofwel volledig in hun hand vast te houden, ofwel de draad om een paar vingers te geleiden. Er is geen goed of fout, belangrijk is dat je een manier vindt die jij fijn vindt. Probeer daarom verschillende methoden uit.
2. Probeer lang genoeg
Na een aantal steken kun je eigenlijk nog niet goed zeggen of iets wel of niet fijn voor je werkt. Het loont om het lang genoeg te proberen dat het ‘automatisch’ gaat en je er niet meer over na hoeft te denken. Een tip daarom is om verschillende manieren uit te proberen door met elke methode eenzelfde werkstuk te maken, zoals een pannenlap! Dan heb je genoeg oefening om erin te komen, en kun je achteraf vergelijken wat jij het prettigst vond en wat je het mooist vindt breien. Want hoe lekkerder en vanzelfsprekender jij breit, hoe makkelijker het voor je is om gelijkmatig te breien.
3. Kies voor consistentie
In de tip hierboven stelde ik voor een werkstuk te maken in iedere stijl. Het is belangrijk om niet te wisselen tíjdens een werkstuk, want dat verschil ga je zien. Dit is ook precies de reden waarom een breiwerk van een ander afmaken vrijwel niet onzichtbaar kan. Consistentie is dus heel belangrijk voor een gelijkmatig resultaat. Als je een keuze gemaakt hebt, blijf daar dan ook bij.
4. Draadspanning vraagt ontspanning
Draadspanning en ontspanning hebben allebei het woord ‘spanning’ in zich. Dit betekent echter niet dat het breien met een goede draadspanning ook spanning moet opleveren. Alles is leuker en langer vol te houden in een ontspannen positie, ook breien. Dus: schouders omlaag, gewoon doorademen en niet te hard met je handen knijpen en met je vingers trekken.
5. Van je hoofd naar je handen
De aller belangrijkste tip is deze: oefenen, oefenen, oefenen. In het begin is iedere breister zoals bambi op het ijs. Iedere stap is onwennig en je glijdt gemakkelijk uit. Na verloop van tijd weet je je eigen tempo en ritme te vinden. Ook zul je, wanneer je veel oefent, merken welke draaddikte je fijn vindt breien, of je liever plat breit of rond en welke garen je voorkeur hebben.
Bonustips
Met bovenstaande tips kom je een heel eind in het verwezenlijken van een mooie gebreide stof. Toch geef ik je nog twee tips mee die jouw breiwerk naar een next level kunnen tillen. Deze moet je soms op karakter uitvoeren, maar ik beloof je: het is het waard!
6. Corrigeer fouten
Het is niet leuk om breiwerk uit te halen, maar man, wat levert het een hoop op! Wat namelijk nóg veel minder leuk is, is een breiwerk afmaken en altijd denken ‘ja maar daar zit een klein foutje’. Sommige mensen hebben niet zo’n grote innerlijke criticus. Maar als je een blog leest over draadspanning en je tot tip 5 gekomen bent, is je er behoorlijk wat aan gelegen zo mooi mogelijk te breien. Gun het jezelf dan die paar centimeter uit te halen om je fout te herstellen, voor een resultaat dat onberispelijk is uitgevoerd.
7. De tip die je (eigenlijk) niet wilt
De meeste breisters hebben hier nooit zin in, maar het levert je o zo veel op: een proeflapje breien. Zeker met garen waar je nog niet eerder mee gewerkt hebt. Dit is niet alleen heel zinvol om te kijken of je de juiste stekenverhouding te pakken hebt, maar je zult ook merken dat afhankelijk van de vezels in de draad en hoe hij is gesponnen, je misschien een andere naalddikte pakt dan je anders zou doen. Het belangrijkste is hierbij dat je zelf de draad mooi vindt tot een structuur vindt opbreien.
Welke tip heb jij wel eens toegepast? En brei jij het liefst Engels of continentaal? Laat het weten in de reacties hieronder!
Reactie plaatsen
Reacties